maandag 24 januari 2011

Rakachas

“Wie bent u?” riep hij. “Wat wilt u van mij?” De man kwam dichter bij en zweeg. Tom was radeloos, hij keek terug naar het graf en wist dat dit het einde was. Maar, waarom? De man bleef ineens staan. Tom vroeg nog eens: “Wie bent u? Antwoord! Waarom doet u mij dit aan?!”. De man bleef roerloos staan, zwijgend. Tom keek rond zich, op zoek naar een uitweg, maar zag er geen. De man begon terug Tom te naderen, zeer langzaam. Tom voelde zijn hartslag omhoog gaan, het zweet brak uit en hij begon duidelijk luider te ademen. Wat moest hij doen? Er was helemaal geen ontspannen aan, hij zal vanavond sterven. Ineens draaide de man met de kap zich om, Tom begreep er helemaal niets meer van! Hij riep: “Als je me wil doden, doe het dan nu! En snel! Stop met zo met mij te spelen!” De man verstijfde en draaide zich terug naar Tom. Tom zijn hoofd begon  te tollen, wat had dit allemaal te betekenen? Waarom was hij hier? En wie was die onbekende man? Eindelijk sprak de man, “Rakachas”, zei hij. “Wat?” vroeg Tom. En weer zei de man: “Rakachas”. Tom stond perplex. Rakachas, dacht hij,  wat zou dat kunnen betekenen? De man liet zijn kap eindelijk zakken, Tom schrok heel erg, want wat hij zag was zeer vreemd. Het was een heel oud mannetje, die ineens op zijn knieĆ«n ging zitten. “Rakachas, kom jongen!” riep de oude man. Achter Tom kwam een lief hondje aangelopen, recht naar de man. Tom was zo geschrokken dat hij een hartstilstand kreeg en ter plekke dood viel.